Geschiedenis

Door een strijd tussen de staat, de gemeenten en geërfden over de eigendomsrechten van de ‘wildernissen’ tussen Apeldoorn en Arnhem zijn deze gronden relatief laat voor verdeling in aanmerking gekomen. Uiteindelijk is deze machtsstrijd in 1843 in het voordeel van de laatstgenoemden beslist en kon worden gestart met de verdeling van deze ‘gemeene gronden’.

1845 - 1986

In 1845 wordt 1.500 hectare heide van de Speldermark verkocht aan het echtpaar Van Heeckeren-Hope. Het goed werd vrijwel uitsluitend gebruikt voor de jacht. In 1850 bouwde baron Van Heeckeren stallen op Deelerwoud voor het verversen van paarden tijdens de vele jachtpartijen. De baron was jagermeester van koning Willen III en hij bezat onder andere ook landgoed Sonsbeek bij Arnhem en Beverweerd bij Werkhoven.

Eveneens rond 1845 werd de Haarlemse Officier van Justitie mr. A.A. del Court van Krimpen eigenaar van een meer oostelijk gelegen deel van de Speldermark, bij Woeste Hoeve. Hij noemde dit gebied ‘Varenna’, dat een afgerasterd gebied ten behoeve van de jacht betekent. Hij bouwde o.a. een boswachterswoning, nu onderdeel van het later tot oostelijk poortgebouw vergrote pand ‘Varenna’. Na Del Court’s dood in 1884 werd het 946 hectare grote landgoed Varenna verdeeld onder zijn drie zoons. Het zuidelijke deel werd al snel verkocht aan voornoemde Van Heeckeren en ging deel uitmaken van Landgoed Deelerwoud. In 1898 volgde nog een verkoop, waarbij het deel van landgoed Varenna aan Deelerwoud werd toegevoegd inclusief de boswachterswoning en het latere oostelijke poortgebouw ‘Varenna’. Het laatste deel van Del Court’s landgoed is in 1986 verkocht aan Staatsbosbeheer.

1904-1909

In 1904-1905 liet Van Heeckeren een kasteelachtig landhuis bouwen op Landgoed Deelerwoud, bestaande uit één verdieping plus souterrain en vier hoger opgetrokken gekanteelde torens naar Frans ontwerp. Een ander project was de bouw van een koetshuis in 1903, dat in 1907 werd uitgebreid met een woning en in 1910 nog eens werd vergroot. Willem van Heeckeren verkocht het deel van Deelerwoud dat eerder tot Varenna had behoort (de grond in de gemeente Apeldoorn) in 1911 aan mevrouw Eloise Brantsen-Whiting, wonende op landgoed Zypendaal te Arnhem (nadat hij in 1909 het grootste deel, zijnde de gronden in de gemeente Ede, al had verkocht aan de heer N.M. Lebret). Aangenomen wordt dat mevrouw Brantsen prachtige verbouwingsplannen liet maken voor het kasteel, die echter niet tot uitvoer zijn gekomen. Maar het is ook mogelijk dat de aan Van Heeckeren toegedachte bouw in feite door Brantsen is gerealiseerd; de archieven zijn helaas incompleet.

1918-1945

Enkele jaren later, in 1918, verkocht mevrouw Brantsen landgoed Deelerwoud aan jonkheer P.J. Repelaer van Spijkenisse. Hij vergrootte het landgoed met aanvullende aankopen in 1920 en 1939. Repelaer liet in twee fases het kasteel verbouwen en vergroten. Ook liet hij in 1923 het poortgebouw aan de rand van Hoenderloo bouwen; thans een rijksmonument. De befaamde tuin- en landschapsarchitect Leonard Springer legde in zijn opdracht prachtige tuinen aan met vijvers, parterres de broderie en rozentuinen, waarvan de overblijfselen thans zijn aangewezen als gemeentelijk monument. In het vroege voorjaar van 1945 is het landhuis door de geallieerden gebombardeerd in de onterechte veronderstelling dat het huis door de Duitsers werd gebruikt voor oorlogsdoeleinden. Op een niet verwoest deel van het souterrain is eind vijftiger jaren het huidige, sobere landhuis gebouwd.

Woeste Hoeve

Tot het landgoed behoort ook de oude pleisterplaats ‘Woeste Hoeve’, op de plek waar de route Arnhem – Apeldoorn de oude hessenweg Zutphen – Harderwijk kruiste. Hier lag een buurtschap van meerdere boerderijen, waarvan veel bewoners (evenals die van het dorp Hoenderloo) de kost verdienden op Deelerwoud. In de 20-er en 30-er jaren van de 20e eeuw zijn diverse boerderijen van de buurtschap Woeste Hoeve in opdracht van de heer Repelaer gesloopt. In het laatste oorlogsjaar is hier een aanslag op SS-generaal Rauter gepleegd, waarna de Duitsers bij wijze van represaille (naast vreselijke maatregelen jegens burgers) in de buurtschap diverse woningen en schuren hebben vernield.

1984-2014

In 1984 erfde jonkheer V.G.F. (Volker Günther Friedemann) Repelaer landgoed Deelerwoud. Door zijn broer en zuster uit te kopen werd hij enig eigenaar van Deelerwoud. De financieringslasten die het gevolg van deze actie waren kosten het landgoed tot op de dag van vandaag erg veel geld, met achterstallig onderhoud tot gevolg. Na jarenlang het landgoed met veel passie en liefde te hebben beheerd kwam hij op 30 september 2014 te overlijden. Bij testament is de Stichting Huis Deelerwoud opgericht, die als erfgenaam van het landgoed en het gedachtengoed het landgoed beheert.

TOP